HEGGENVLECHTEN ALS CULTUREEL ERFGOED

Zestien jaar nadat Stichting wAarde in 1999 het initiatief nam tot de terugkeer van de vlechtheg in Nederland, heeft het heggenvlechten de formele status gekregen van ‘Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland’. Hoewel het heggenvlechten van oudsher een rijke traditie kende, was deze praktijk eind vorige eeuw bijna uitgestorven en vergeten. Stichting wAarde deed onderzoek naar de geschiedenis, genereerde aandacht voor de culturele, ecologische en landschappelijke waarden, realiseerde een demonstratiegebied met diverse vlechtstijlen en startte een landelijk trainingsprogramma. Tevens werden op diverse plaatsen in het land oude, vaak zwaar beschadigde, vlechtheggen in ere hersteld.

Waar voorheen gesproken werd van ‘gevlochten heggen en hagen’ introduceerde Stichting wAarde-directeur Thomas van Slobbe het woord ‘vlechtheg’ dat inmiddels zijn plaats in de Nederlandse taal veroverd heeft en in de dikke Van Dale is opgenomen.
Het aanvankelijke streven om de traditie van het heggenvlechten weer op de kaart te zetten is gelukt. Een toenemend aantal organisaties en personen is gaandeweg betrokken bij het heggenvlechten en daaraan gerelateerde activiteiten.
De Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland, waarop het heggenvlechten op 14 maart 2015 is geplaatst, is opgesteld in het kader van het, door het koninkrijk der Nederlanden geratificeerde, UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed. Namens het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed benadrukte Willem Bijleveld, directeur van het Openluchtmuseum Nederland,bij de ceremonie van toekenning dat heggenvlechten de eerste traditie op de lijst is die een culturele activiteit betreft met levende natuur in het cultuurlandschap.
Van Slobbe memoreerde de inzet van de afgelopen zestien jaar en sprak enige woorden over de toekomst van de vlechtheg.

Lees ook:

Een vlechtheg heeft geen haast

Fences and freedom, the philosophy of hedgelaying