Graag hang ik over de heg, gewoon om naar de zon of maan te kijken en zonder haast verhalen te vertellen.
In woorden als rozen, woorden als frambozen, eiken of kornoeljes, die zich in tal van anekdotes door de heg heen vlechten.
Met citaten als bessen, als bloesems in de heg, en hier en daar een doornige, stekelige stelling in het groen.
Deze heg spreekt van een ontspannen samenleving, waar het vreemde paar van ‘haast’ en ’tijdverdrijf’ geen woning vindt.